Pianostemmen in de praktijk
Introductie
In deze korte handleiding willen wij graag diegenen, die nog géén of weinig ervaring met de praktijk van het pianostemmen hebben, op weg helpen. We raden u beslist aan, om deze uiteenzetting eerst hélemaal door te nemen, om u een goede voorstelling te kunnen maken, van wat dit allemaal inhoudt, vóórdat u met uw kostbare instrument aan de slag gaat.
Zowel u, als wij moeten ons er terdege van bewust zijn, dat dit niet iets is, dat men zich 'even' kan eigen maken. Om te leren pianostemmen op een redelijk niveau, vraagt het beslist een zekere dosis doorzettingsvermogen en zelfkritiek, maar anderen die u voorgingen, hebben met Dirk's Piano Stemsoftware datgene weten te bewerkstelligen, wat voor hen eerst onbereikbaar leek.
Veel pianostemmers die Dirk's Pianostemapparaat gebruiken bereiken een niveau van pianostemmen waarvan ze dachten dat het onbereikbaar zou zijn.
Men dient zich ook de nodige kennis eigen te maken van de vele variëteiten aan piano's en vleugels, maar ook van de techniek met al zijn bijzonderheden. Eventuele afwijkingen en optredende 'bijverschijnselen' dient men te kunnen herkennen en desgewenst op te lossen.
Dirk's Pianostemapparaat
Stem zelf uw piano met professioneel resultaat
Compatibiliteit
Microsoft
- Desktop
- Laptop
- Netbook
- Tablet
- Telefoon
- Pocket PC
- Windows 11
- Windows 10
- Windows 8.1
- Windows 8
- Windows 7
- Windows Vista
- Windows XP
- Windows ME
- Windows 2000
- Windows 98
- Windows Phone
- Windows RT
Apple
- iMac
- Mac Pro
- Mac mini
- MacBook
- Intel- processor
- M1, M2 & M3
- iPad
- iPhone
- Sonoma
- Ventura
- Monterey
- Big Sur
- Catalina
- Mojave
- High Sierra
- Sierra
- El Capitan
- Yosemite
- Mavericks
- Mountain Lion
- Lion
- Snow Leopard
- Leopard
- Tiger
- iOS iPhone
- iOS iPad
Het stemapparaat is beschikbaar in de volgende talen:
De stemhamer
Nu dan over het pianostemmen in de praktijk. Om te beginnen kunt u niets uitrichten zonder enkele, beslist noodzakelijke gereedschappen:
Dit is de 'hefboom', waarmee u de stempennen kunt verdraaien. Over dat 'verdraaien' verderop méér. Schaf een goede stemhamer aan. bezuinig daar niet teveel op, want een goede hamer geeft u absoluut méér gevoel en controle tijdens het stemmen. Hij moet niet àl te licht zijn en zeker ook niet te lang. Hier geldt eigenlijk. hoe stijver (minder flex) de stemhamer is, hoe beter de ‘gevoelsrelatie’ met de stempennen. De 'kop' moet een stervormige aansluiting hebben voor op de vierkante stempennen. Let erop, dat u een passende ster heeft, want er bestaan meerdere maten stempennen.
Die stervorm klinkt misschien niet direct voor iedereen logisch, maar hierdoor heeft u de mogelijkheid, om uw stemhamer in talrijke posities op de stempennen te plaatsen. Hierdoor is altijd de meest gunstige positie voor u mogelijk.
Indien uw doel is, om ook andere, dan uw eigen piano te gaan stemmen, is het raadzaam, om direct een stemhamer aan te schaffen met een verwisselbare sterkop, die eveneens in meerdere maten (en lengtes) verkrijgbaar zijn. Laat u terdege adviseren door de betreffende vakhandel.
Dempers, Pincetten en vilt stroken
een aantal rubberen wigjes, om de snaren af te dempen, die even niet dienen mee te klinken, tijdens het pianostemmen. Ook een paar wigjes, die middels een metalen staafje zijn verlengd, zijn vaak heel handig. Vooral bij die instrumenten, waar de ruimte voor de gewone wigjes niet overal groot genoeg is.
Voor (kleinere) piano's zijn smalle kunststof “verkeerdom” werkende pincetten te verkrijgen, die u (voorzichtig!) tussen de hamermechaniek door kunt manoeuvreren om daarmee twee naast elkaar liggende of de twee buitenste snaren van een koor af te dempen en u zodoende de middelste snaar kunt stemmen. We spraken van een koor en dat is een set van drie (middensectie en discant) of twee bassnaren, die gelijk gestemd worden en tot één toon behoren.
Dit heeft u vooral nodig aan de discant (hoogste tonen/kortste snaren), waar vaak geen ruimte is voor de rubberen wiggen. De betreffende toets bedient dus een hamer, die twee of drie -gelijkgestemde- snaren tegelijk aanslaat.
Verder kunt u een aantal soepele viltstroken van verschillende dikten aanschaffen, die u -waar mogelijk- tussen de koren kunt lussen, om alle (linker èn rechter) buitenste snaren van de koren af te dempen, zodat dan alléén de middelste snaren klinken. Dit geldt dan hoofdzakelijk voor vleugels. Sommigen geven hier de voorkeur aan, omdat het sneller zou werken, maar voor een piano is dit eigenlijk geen optie.
Bij de tweevoudige koren slaat u steeds een tussenruimte over, zodat u afwisselend een rechter en een linker snaar van de opeenvolgende tonen kunt stemmen.
Bij het aanbrengen van deze stroken is het raadzaam, om een plat aluminium of houten hulpstukje te gebruiken, om het vilt tussen de koren te drukken. Pas op, dat u nooit de zangbodem raakt en deze daarbij kunt beschadigen. Bij het aanbrengen is het tevens van groot belang, dat u het sustain-pedaal (het pedaal, waarmee u alle dempers tegelijk kunt lichten) indrukt, om te voorkomen dat u door de zijdelingse beweging van de snaren, het vilt van de dempers beschadig of vervormt. Als u de viltstroken verwijdert, druk dan wéér het pedaal in en terwijl u de stroken tussen de snaren uittrekt, houd dan uw vlakke hand op de snaren, zodat deze géén grote amplitude zullen krijgen en dan alsnog de dempers zouden kunnen beschadigen. Draag hierbij uit voorzorg handschoenen om oxidatie van de snaren te voorkomen. Bovendien zou ongecontroleerd handelen uw zorgvuldig gestemde instrument wederom kunnen ontstemmen.
De Stempennen draaien
Van dat verdraaien moet u zich -qua beweging- niet àl te grote voorstellingen maken: bedenk boven àlles, dat het om absoluut minimale bewegingen gaat, waarbij er soms zelfs van verdraaiing geen enkele sprake is. Allereerst moet u erachter zien te komen, of u de toonhoogte dient te verhogen of te verlagen. In het begin is het de veiligste manier, om éérst een fractie omlaag te stemmen. Dit is veilig, omdat u dan nóóit een snaar te strak zou kunnen spannen en zou kunnen overstrekken, waardoor de snaar deformeert of zelfs kan breken. Voordat we de positie van de stemhamer en het manipuleren van de stempennen bespreken, raden we u aan om die minimale bewegingen goed te oefenen en daarmee het gevoel te ontwikkelen, dat u later absoluut nodig zult hebben.
Hiertoe kunt u om te beginnen met een paar rubber wiggen, van een aantal koren één van de buitenste snaren afdempen. Laat de middelste snaar ongemoeid en plaats de stemhamer op de stempen van de niet afgedempte buitenste snaar.
Probeer een heel klein beetje druk te zetten op de stemhamer, en wel linksom i.v.m. het omlaag brengen van de toonhoogte, echter zonder de pen te verdraaien. Luister aandachtig naar wat u hoort. Verandert er niet meteen iets, dan verhoogt u de druk een héél klein beetje, totdat u zwevingen gaat horen. Dit geeft aan, dat er nu toonhoogteverschil is tussen de middelste en de buitenste snaar. Hoe groter dit verschil, des te sneller die zwevingen zijn. Als u nu de stemhamer loslaat (u hebt de pen dus niet verdraaid!), dan komt de pen weer in zijn oorspronkelijke positie terug, waardoor die zwevingen weer verdwijnen. Wat u hier constateert is van groot belang voor het latere stemmen. Wat gebeurt hier in feite? Wat u van de stempen kunt zien is eigenlijk minder dan de helft. Het 'onzichtbare' deel ervan zit in het zogenaamde stemblok geklemd en houdt de pen vastgeklemd en voorkomt op deze wijze, dat de snaar kan ontspannen.
Door alléén maar wat druk te zetten op uw stemhamer tordeert de stempen een beetje. Die flexibiliteit is 'gewoon' een eigenschap van het materiaal. Het is dus enigermate ‘elastisch’, al is het wèl van kwaliteitsstaal gemaakt. Op de plaats van het ingeklemde deel van de pen (in het stemblok dus) bestaat zóveel weerstand, dat de pennen niet altijd in hun oorspronkelijke positie terugkeren, als u deze verdraait. Bij het pianostemmen is het uw absolute taak, om de pennen daar een beetje bij te helpen, anders gaan de snaren dat voor u doen, zodra het instrument wordt bespeeld en is het meteen weer ontstemd. ‘Setting the pins’ word het in het Engels genoemd en is van levensbelang voor een stabiele stemming. U moet er dus voor zorgen, dat de pennen in een duidelijke rustpositie komen te staan, waarmee u aan deze stabiele stemming kunt bijdragen. Dit is een van de moeilijkste onderdelen van het pianostemmen! E.e.a. is al enigszins te contoleren, door de toets een paar maal harder aan te slaan en te luisteren, of er iets verandert of niet.
Stemstabiliteit
Dat brengt ons meteen op een aangrenzend punt van de stemstabiliteit: als u de snaar bekijkt over zijn hele lengte in het instrument, dan zult u ontdekken, dat je die lengte eigenlijk in drie sectoren kunt verdelen. Als we vertrekken bij de stempen, volgen we eerst een zogenaamd niet meeklinkend gedeelte van de snaar die vervolgens over een vast punt loopt, dat afhankelijk van de plaats en het type instrument op verschillende manieren kan zijn uitgevoerd. Die vaste punten zijn hier de agrafes en het capodaster, indien aanwezig. Daarna krijgen we het zogenaamde vrij trillende deel van de snaar. het deel, dat door de hamerkop wordt aangeslagen. Het klinkende deel van de snaar, dus. Verder gaand loopt de snaar over de zogenaamde kam, die verbonden is met de zangbodem. De eerste kamstift die u tegenkomt vanaf de stempen, bepaalt dus samen met het eerste vaste punt de klinkende lengte van de snaar. Dit is dus het tweede vaste punt, waar de snaar overheen loopt. Vervolgens komen we bij het tweede niet meezwevend deel van de snaar en uiteindelijk bij het uiteinde van de snaar en zijn bevestigingspunt, de zogenaamde aanhangstift.
Maar we hadden het nog steeds over stemstabiliteit. U kunt zich voorstellen dat, mede door de behoorlijk hoge snaarspanning, er een vrij hoge weerstand zal bestaan op die twee vaste punten waar de snaar overheen moet ‘schuiven’ tijdens het stemmen, ofwel tijdens het veranderen van de snaarspanning. Die weerstand is er de oorzaak van, dat er spanningsverschil kan ontstaan tussen de drie delen van de snaar, die we zojuist hebben genoemd. Als u dat verschil laat bestaan, zal dit gaan nivelleren tijdens het spelen en alwéér zal de piano dan tamelijk snel ontstemmen. Door nu de toets herhaalde malen hard aan te slaan, zorgt u ervoor, dat de spanningen in de drie delen van de snaar gelijk worden.
Het is aan te bevelen om de toonhoogte een heel kleine fractie te hoog te stemmen, om daarna omlaag te stemmen naar de gewenste toonhoogte, terwijl u de snaar herhaaldelijk aanslaat. Door het aanslaan helpt u de snaar wat gemakkelijker over de vaste punten en door ietsje hoger te beginnen, helpt de snaarspanning zelf ook mee om op de juiste toonhoogte uit te komen.
U zult dus de vaardigheid moeten ontwikkelen om de stempen in een stabiele rustpositie achter te laten en tegelijkertijd een eventueel spanningsverschil in de snaar op te heffen en óók nog, waar alles om was begonnen: op de juiste toonhoogte te komen.
De Stempennen draaien
Dan hebben we het nog niet gehad over wat er gebeurt, als we de stempen daadwerkelijk moeten verdraaien. Eerder noemden wij de inklemming van de stempen in het stemblok. De pennen zitten daar behoorlijk vast in en we moeten derhalve best héél wat weerstand overwinnen, om die verdraaiing te bewerkstelligen. Als we omlaag willen stemmen, dan worden we een beetje geholpen door de trekspanning van de snaar, maar omhooggaand moeten we, buiten de weerstand van de stempen, óók nog de trekspanning van de snaar overwinnen. Hoe gaan we dan eigenlijk omhoog of omlaag? Dat brengt ons meteen op het verschil tussen de piano en de vleugel, dat we hieronder zullen toelichten.
Eerst de 'gewone' (verticale) piano. Kijkt u goed naar een stempen en hoe de snaar daar bevestigd is. De snaar verlaat de pen, in de richting van de onderkant van de piano, aan de linker zijde. Dan zult u kunnen en móeten begrijpen, dat bij linksom draaien de snaarspanning -en dus óók de toonhoogte- omlaag gaat en logischerwijze gaan beide bij rechtsom draaien dus omhoog.
Hoe zit dat bij de vleugel? In principe niet zo spectaculair anders, maar u moet de verschillen wel goed kunnen doorgronden, om geen fouten te maken tijdens het stemmen.
Als we hier op een stempen kijken, dan zien we, dat de snaar hier de pen aan de rechterkant verlaat in de richting van de 'staart' van de vleugel (we kijken vanuit de richting van het klavier).
Dan kunt u begrijpen, dat hier de snaarspanning/toonhoogte verhoogd wordt door rechtsom te draaien en voor het verlagen draaien we dus ook hier linksom. Het is van belang, dat u zich de constructieve verschillen goed eigen maakt ten aanzien van het pianostemmen in de praktijk, omdat de beweging en positie van de stemhamer bij beide instrumenten wezenlijk verschillen.
Bij een verticale piano plaats u de stemhamer het best met de handgreep omhoog en tegelijkertijd ietsje rechts van de verticale lijn.
Als u deze positie op een klok zou moeten aanduiden: op één uur. Om de toonhoogte te verhogen, draait u de stemhamer dus rechtsom.
Bij de vleugel wijst de handgreep naar rechts en ietsje van u af. Van bovenaf gezien staat hij dan ongeveer op twee uur.
Om hier de toonhoogte omhoog te brengen, trekt u derhalve de stemhamer naar u toe.
De beweging van de pen
Om onze uiteenzetting zo volledig mogelijk te maken, moeten we nog één van de belangrijkste onderdelen van het pianostemmen toelichten, namelijk de beweging van de stempen zelf en welke pen moeten we dan eigenlijk gaan verdraaien:
U zult gaan ondervinden, dat er ontzettend veel verschil zit in het gevoel, dat u hebt met het verdraaien van de stempennen. Ook is dat vaak het geval in één en hetzelfde instrument. Soms zijn ze heel vloeiend en trefzeker te verdraaien, maar regelmatig gaat het hakerig, en hebben de pennen de onhebbelijke gewoonte, om ineens (te ver) te verspringen, als u er iets meer kracht op uitoefent. Schrikt u niet van de ‘krakende’ geluiden, die daarbij optreden. Die worden veroorzaakt door het wringen van de stempen in het stemblok en er zal hierbij beslist niets beschadigen. Nogmaals. leer uzelf beslist de vaardigheid aan, om in alle gevallen de pennen met zo klein mogelijke bewegingen te verdraaien. Dit is van het gróótste belang. Als u dit beheerst zult u niet alleen voorkomen dat u een snaar overstrekt, maar bent u tevens in staat, om héél precies de snaar op de juiste toonhoogte te brengen. Vaak zijn het extreem kleine verschillen in toonhoogte, die u zult moeten aanpassen.
Als u begint met stemmen en u hebt de te stemmen snaar gevonden, contoleer dan héél goed, of u óók de juiste stempen voor deze snaar hebt gevonden. Volg die snaar goed, tot u zeker bent dat dit de goede pen is.
Als u hem dan verstelt en er verandert niet onmiddellijk iets aan de toonhoogte, blijf dan niet doorgaan met verdraaien, want tien tegen één hebt u per ongeluk de verkeerde stempen versteld. Een goede en veilige controle is dat u een klein beetje druk uitoefent op de stemhamer, zonder dat de pen wordt verdraaid. U moet dan meteen een kleine toonhoogteverandering waarnemen. Is dat niet het geval, dan heeft u beslist de verkeerde pen of u hebt per ongeluk de te stemmen snaar afgedempt. Ga dit soort dingen beslist eerst na, voordat u de pen gaat verdraaien met eventuele nare gevolgen voor de betreffende snaar.
Om diezelfde (veiligheids-)reden is het ook aan te bevelen, om éérst ietsje omlaag te stemmen en dan naar omhoog. Nogmaals: vanwege de stabiliteit die we tegelijk met de stemming willen bereiken, is het aan te raden om eerst de toonhoogte een heel klein beetje te hoog te stemmen en dan omlaag naar de juiste toonhoogte. Daarmee bereikt u, dat u het torderen in de stempen zelf opheft en u gemakkelijker de spanningsverschillen in de snaar neutraliseert. Zorgt u er absoluut voor, dat de stempen in de genoemde 'rustpositie' komt! In het begin lijkt het een wanordelijke toestand met àl die pennen, maar na enig aandachtig bestuderen, zult u er een duidelijk patroon in herkennen en ook zien, dat het heel logisch is opgebouwd. Later zal het veel makkelijker zijn, om de juiste pen te vinden, maar contoleer liever drie keer, dan zomaar iets te veranderen.
De toonhoogte verhogen
We haalden eerder de zéér hoge snaarspanning aan: deze kan gemiddeld wel zo'n tachtig kilogram per snaar bedragen, hetgeen resulteert in een totale kracht op het hele instrument (het frame) van zo'n 18000 kilogram.
Stel, dat u aan een piano gaat werken, waarvan de toonhoogte over het hele bereik véél te laag is, dan kunt u zich wellicht voorstellen dat het, puur voor wat betreft de evenredige verdeling van de trekkrachten, van belang is dat u die krachten, zo gelijkmatig mogelijk verdeeld over de piano, omhoog brengt.
Bovendien is het goed te weten, dat wanneer het verschil in toonhoogte méér dan zo’n 30 cent bedraagt, u dit in meerdere stappen zult moeten doen, om bovengenoemde reden (voor centafwijkingen: zie de betreffende paragraaf in deze handleiding). In een dergelijk geval voert u eerst een ‘ruwe’ stemming uit, met als enig doel de toonhoogte al dichter bij de gewenste te brengen en tegelijkertijd de trekspanningen in het instrument zo gelijkmatig mogelijk verdeeld te laten. Zo’n tussenstemming is na enige ervaring in vijftien tot twintig minuten te doen en dat er dan nog kleine zwevingen in de koren waarneembaar zijn, is op dat moment nog van ondergeschikt belang.
We zullen hier een methode weergeven, om die gelijkmatigheid te bereiken:
- U begint met het stemmen van de middelste snaren in de octaven tussen C3 en C5
- Ten tweede stemt u één van de snaren van elk koor uit de dubbele bassectie
- Ten derde stemt u alle middelste snaren vanaf C5 naar boven t/m C8
- Ten vierde stemt u de onderste -enkele- bassnaren
- Ten vijfde stemt u alle linker snaren van alle koren vanaf C3 t/m C8
- Ten zesde stemt u de overgebleven snaren van de dubbele bassectie
- Als laatste stemt u alle rechter snaren vanaf C3 t/m C8
MERK OP: niet bij alle instrumenten is de overgang tussen de dubbele bassnaren en de drievoudige koren precies bij C3. Dit moet u zelf even onderzoeken en aanpassen.
Disclaimer
Ondanks dat we getracht hebben, u zo zorgvuldig mogelijk de stemprocedure te verklaren, valt alle eventuele schade door welke oorzaak dan ook, buiten onze aansprakelijkheid, omdat het eenvoudigweg onmogelijk is, om u binnen dit beknopte kader en zonder enig praktijkonderricht, alle facetten van dit prachtige vak eigen te maken.
We kunnen alleen maar zeggen: oefen vooral veel en luister óók naar wat u doet. Ook zònder het stemapparaat. Dan gaat het even niet om het stemmen op zich, maar puur om alles beter te doorgronden en de vaardigheden van het manipuleren van de stemhamer te ontwikkelen.
Wij wensen u alle succes en hopen, dat u straks zult kunnen genieten van een prachtig stemresultaat en vooral van de prachtige klanken, die u daarna zult kunnen waarnemen.